Waar gaat dit onderwerp over? ​

De kerkenraad moet binnen de grenzen van de gemeente zorgen voor passende woon- en werkruimte voor zijn predikant(en). Dit geldt voor fulltime predikanten en voor parttime predikanten voor wie het mogelijk is om binnen de grenzen van de gemeente te komen wonen. In de Kerkorde van Protestantse Kerk (GR 5-14) is geregeld hoe een gemeente dient te zorgen voor woonruimte voor een predikant. In de rechtspositieregeling predikanten en de meest actuele uitvoeringsbepalingen zijn daarvan de financiële gevolgen zichtbaar. De beschikbaarheid van woon- en werkruimte maakt het voor de predikant verder eenvoudiger een beroep aan te nemen. Dat bevordert de gewenste mobiliteit van predikanten. De woonruimte is passend als woongenot en gebruikskosten (onder meer voor gas, licht en water) in overeenstemming zijn met wat maatschappelijk gangbaar is. In het licht van de gestegen energiekosten wordt hierbij ook gekeken naar verduurzamingsmaatregelen, zoals isolatie en zonnepanelen.  

Uitzondering op het bovenstaande: 

In overleg met de predikant kan van de algemene regel dat de gemeente woon- en werkruimte aanbiedt worden afgeweken. Predikanten kunnen er in verband met persoonlijke omstandigheden belang bij hebben in eigen huisvesting te voorzien. Wordt dit laatste afgesproken, dan is de gemeente ontslagen van alle verplichtingen rond de ambtswoning. De predikant draait dan zelf op voor alle te maken kosten. 

 

Belangrijke vragen om je als college bij dit item te stellen

  • In hoeverre is het nodig om de pastorie voor een fulltime predikant aan te houden? 
  • Indien er meerdere pastorieën zijn, op basis van welke indicatoren of wensen houd je deze allemaal aan? 
  • In het kader van mobiliteit en beschikbaarheid van predikanten: houden we daarom juist wel de mogelijkheid van een pastorie aan?  
  • Als er geen pastorie meer is: alsnog een pastorie aankopen of de predikant helpen aan passende woonruimte die hij/zij zelf huurt of koopt? 
  • Wat doen we in de tijd dat onze pastorie leeg staat? Verhuur of andere inzet?

 

Wat moet je als kerkrentmeester doen/weten?

Als kerkrentmeester is het belangrijk om te weten hoe de vergoeding is geregeld.  

Betrekt de predikant de ambtswoning, dan moet de predikant daarvoor aan de gemeente de voorgeschreven woonbijdrage betalen. De hoogte daarvan is een percentage van de WOZ-waarde van de woning, met dien verstande dat er bij lage WOZ-waarden een minimale woonbijdrage geldt. Bij heel hoge WOZ-waarden kan gekozen worden voor de opting-in-regeling en wordt de hoogte van de woonbijdrage berekend als percentage van het eigen traktement op fulltime basis. Doorgaans ligt in beide gevallen de woonbijdrage onder de commerciële huurwaarde van de woning. Zowel het percentage als de minimale woonbijdrage worden jaarlijks vastgesteld en gecommuniceerd in de circulaires, die aan het college door de centrale kas Predikanten worden verstrekt. 

De kosten voor verhuizing en een bijdrage voor de inrichtingskosten worden door het college aan de predikant vergoed. In de regel betekent het dat de kerk de factuur van de verhuizer betaalt en een vast bedrag op basis van traktement aan de predikant vergoedt. De predikant hoeft geen bonnetjes voor deze kosten te overleggen.  

 

Aankoop van een pastorie 

Belangrijk voor het besluit om mogelijk een pastorie aan te kopen: sinds 1 januari 2023 geldt voor de aankoop van elke woning, anders dan de woning waar je zelf in gaat wonen, een hogere overdrachtsbelasting, namelijk 10,4%. Deze maatregel geldt ook voor alle ANBI, dus ook voor kerken die een woning voor een predikant willen aanschaffen.  

 

Rondom onderhoud 

De kosten van onderhoud en reparaties van de woonruimte die volgens het Burgerlijk Wetboek voor rekening van huurders zouden komen, worden door de predikant gedragen. De overige lasten en onderhoudskosten komen voor rekening van de gemeente. Op deze pagina werkt de overheid dit voor huurders gedetailleerd uit. 

Verduurzaming 

Omdat een predikant een bijzonder gebruiker van een pastorie is (geen huurder, geen eigenaar), maar wel degene die meestal de energierekening betaalt, is de beslissing om duurzaamheidsmaatregelen te nemen nogal eens een ingewikkelde. Wie investeert, en wie bespaart, en hoe regel je dat mogelijk bij wisseling van de wacht? Wij adviseren colleges zelf de benodigde onderhouds- en verduurzamingsmaatregelen door te voeren, en bijvoorbeeld de predikant een extra bedrag per maand te laten betalen voor het gebruik van de zonnepanelen. Dat bedrag kan gebaseerd zijn op het voordeel dat de predikant mogelijk nu geniet. Deze extra kosten per maand kunnen worden opgenomen in het aanhangsel van de beroepsbrief (onder aanvullende afspraken de extra kosten voor gebruik).  

De zonnepanelen worden nagelvast op het huis aangebracht, waardoor ze onderdeel worden van de pastorie en daarmee van de opstalverzekering. Dit moet wel bij de verzekeraar worden gemeld. 

Tarief BTW bij isolatie

Specifiek voor isolatiewerkzaamheden geldt voor een pastorie met woonfunctie voor het aanbrengen van isolatie het lage btw-tarief (9%) met uitzondering van materialen die een deel vertegenwoordigen van de waarde van deze diensten. Zie ook de website van de belastingdienst.

 

Nieuwe regels rond tijdelijke verhuur (als gevolg van Wet Vaste huur)

Huurovereenkomsten gesloten voor 30-06-2024 vallen onder de oude wetgeving van voor 1 juli 2024, en dus kunnen overeenkomsten voor 1 juli 2024 van tijdelijke duur zijn. Na het verlopen van deze overeenkomsten vallen de nieuwe overeenkomsten ook onder de nieuwe wet.

Vanaf 1 juli 2024 gaat de nieuwe wet uit van huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd. Er zijn daar nog wel enkele uitzonderingen op mogelijk: Mag mijn verhuurder mij een tijdelijk huurcontract aanbieden? | Rijksoverheid.nl.

Een andere uitzondering op de wet is een beroep op de leegstandwet. Als een woning tijdelijk leeg staat, dan mag, met toestemming van de burgerlijke gemeente, de woning tijdelijk worden verhuurd. De verwachting is dat deze uitzondering, hoewel op het eerste gezicht anders lijkt, niet aantrekkelijk is voor gemeenten. Er zijn samengevat namelijk drie categorieën woningen die op grond van de leegstandwet tijdelijk kunnen worden verhuurd:

  • Een groepsaccommodatie;
  • Een woning die te koop staat;
  • Een huurwoning die gerenoveerd of gesloopt gaat worden.

Een pastorie tijdelijk verhuren totdat er een nieuwe predikant gevonden is, valt niet onder één van deze categorieën. Daarbij is de verwachting dat het aanvragen van een vergunning lang duurt, waardoor in de tussentijd er al een nieuwe predikant gevonden kan zijn of de periode die nog overblijft te kort is om aantrekkelijk te zijn voor verhuur.

De wetgever maakt geen onderscheid tussen een reguliere huurwoning of een leegstaande pastorie of dienstwoning, die wordt verhuurd. Voor allemaal gelden dezelfde voorwaarden als hierboven geschetst.

Een andere oplossing kan zijn om de woning te verhuren aan statushouders. Het project De Thuisgevers kan hierin tussen burgeljike gemeente en het COA bemiddelen. Meer informatie over het project de Thuisgevers vind je hier of beluister deze podcast erover. In plaats van een (tijdelijke) huurovereenkomst wordt er via De Thuisgevers een bruikleenovereenkomst tussen het COA/gemeente en de kerk die de woning aanbiedt, gesloten.

 

Meer weten?

 

Hulp van VKB partners nodig?

Laatste update: 29 oktober 2024