Laten we alles op alles zetten om plekken van betekenis te behouden!

Afgelopen weekend vierden we Pinksteren, en daarmee de geboorte van de kerk. In de eerste plaats de kerk als gemeenschap van christenen. Maar de kerk is meer dan een club mensen. De beweging, die begon in Jeruzalem ergens rond het begin van onze jaartelling, heeft diepe sporen in onze geschiedenis getrokken, ook in de vormgeving van onze steden en dorpen. Waar je ook bent in Europa, je vindt er kerkgebouwen in allerlei soorten en maten. Kosten noch moeiten werden ooit gespaard om ze te bouwen en vaak waren er meerdere generaties voor nodig om het voor elkaar te krijgen. Inmiddels hebben deze gebouwen zelf ook een intense geschiedenis achter de rug en hiervan zijn de sporen nog steeds zichtbaar. De kaalslag van de Beeldenstormen, de rijkdom van de Gouden Eeuw en het geweld van de Tweede Wereldoorlog laten zich van de muren aflezen. Terwijl de samenleving voortdurend veranderde, vormden deze heilige plaatsen jaar in jaar uit een centraal richtpunt in de samenleving.

In letterlijke en figuurlijke zin boden deze kerken met hun toren oriëntatie aan het leven. Houvast vooral in tijden van crisis, een schuilplek bij gevaar, en een plek van saamhorigheid bij vreugde en verdriet. Kerken zijn altijd meer geweest dan plekken met een spiritueel doel, exclusief voor religieuze mensen. Ze zijn niet alleen ‘heilig’ voor gelovigen, maar door hun maatschappelijke positie ook voor de niet-religieuze mens. Daarom is het bijzonder triest dat vandaag de dag deze betekenis niet langer herkend wordt. Met als gevolg dat ons religieus erfgoed gereduceerd wordt tot een kostenpost op een begroting waarmee lokale (kerk)besturen in hun maag zitten. Het onderhoud vraagt specialisme en handwerk en er is voortdurend meer geld nodig. Maar wie draait hiervoor op? Wie is verantwoordelijk en wie draagt die kosten? Zijn het ‘religieuze’ gebouwen en moeten kerkelijke gemeenschappen het zelf uitzoeken of anders de boel verkopen? Of is het ‘erfgoed’ en dienen ze ook een breder maatschappelijk doel en bepalen ze mede de identiteit van een stad of dorp, en zelfs Nederland als geheel?

Kerken zijn een houvast vooral in tijden van crisis, een schuilplek bij gevaar, en een plek van saamhorigheid bij vreugde en verdriet.

De vraag die in deze tijd voor ons ligt is of onze heilige plaatsen nog steeds betekenisvolle plekken zijn. Hebben ze iets te vertellen en te bieden aan een geseculariseerd land?

Om het maar concreet te maken. Maatschappelijke veranderingen in de twintigste eeuw hebben ertoe geleid dat we vrijer zijn dan ooit en meer keuzemogelijkheden hebben om ons leven in te richten. Maar we zijn ook eenzamer en merken dat onze individuele draagkracht het niet alleen aankan. De talloze crises die op ons afkomen geven ons een gevoel van machteloosheid. Eén op de zeven Nederlanders kampt met burn-out gerelateerde klachten en vooral jonge mensen ervaren grote druk en wanhoop.

Verschillende auteurs bemerken een (spirituele) leegte of zingevingscrisis in onze tijd. We missen gemeenschappelijke verhalen en gemeenschappelijke bronnen van betekenis. Filosoof Thijs Lijster betreurt in een recent boek ook het verdwijnen van zogenaamde ‘meenten’ (commons). In de komende column in Kerkbeheer (#3 2024) pleit Margriet van der Kooi voor third places, waar mensen anders dan in eigen huis of op het werk thuis kunnen komen en mensen ontmoeten ‘om niet’. Plekken die we gemeen hebben en die voor een ieder toegankelijk zijn ongeacht economisch vermogen of politieke voorkeur. Gemeenplaatsen die ons betekenis geven in plaats van dat ik als individu het weer moet ‘maken’ of ‘creëren’.

Juist in deze leegte kunnen stads- en dorpskerken ‘vanouds’ een verbindende ruimte bieden. Het zijn gemeenplaatsen bij uitstek. Ruimte om stil te worden, om niets te hoeven en tot rust te komen. Plekken die niet zozeer vragen om betekenis, maar die ons betekenis willen geven; die onze rusteloze levens een thuis kunnen geven. Dat we nog zoveel van dit soort plekken in Nederland hebben is daarom iets om te koesteren. Koesteren is liefhebben, maar ook zorgdragen. Gemeenplaatsen vragen gezamenlijke zorg.

Juist in deze leegte kunnen stads- en dorpskerken ‘vanouds’ een verbindende ruimte bieden.

Willen we onze kerken beschikbaar stellen én houden dan vraagt dat om inzet! En ook wat lef! Van de geloofsgemeenschappen zelf natuurlijk, maar ook van onze samenleving. Want als gevolg van de ontkerkelijking staat op veel plekken de instandhouding en openstelling onder druk. Terwijl de relevantie niet minder is geworden. De eerste opgave ligt bij de kerkbesturen zelf om actief de verbinding met wijk, dorp of stad te zoeken. Door de deur open te zetten en het heilige in alle schoonheid en overweldiging onze haastige tijd te laten ontregelen en onderbreken. Niet alleen op zondag, maar ook gedurende de week. De sleutel in handen van een bredere groep te durven leggen.

Maar het vraagt ook om inspanning van beleidsmakers buiten de kerk, om deze vierkante meters te waarderen als kostbaar bezit. Geen nutteloze ruimte, maar een zinvolle plek. ‘Heilige ruimten’ die iets willen en kunnen betekenen voor mensen vandaag, troost voor de treurenden, inspiratie voor de creatievelingen, en ademruimte voor de ploeteraars. Het kerkgebouw is een ruimte waar nieuwe dingen geboren worden, of juist oude – bijna vergeten – woorden, nieuw klinken.

Daar gebeurt Pinksteren al eeuwen.

Deze Pinksterzondag mocht ik 2 jonge kinderen dopen. In een gebouw aan het spoor, de Stationskerk, schaarden ouders, familie en vrienden om dit jonge leven en dit ritueel heen. Om te zeggen dat je het in dit leven niet zelf hoeft te maken, om liefde en genegenheid te ontvangen. Maar dat je liefde en hoop bij aanvang van je bestaan al aangezegd krijgt, juist ook voor als het straks in je leven niet op rolletjes loopt en je kopje onder dreigt te gaan. Met ouders eromheen die beloven hun kinderen op de weg van geloof, hoop en liefde voor te gaan. Het gebouw voegt hier misschien niet altijd iets wezenlijks aan het ritueel toe, maar het feit dat er een plek is waar dit ritueel een plek heeft en waar je nog eens naartoe kunt gaan, maakt het tot een markeringspunt in het leven van mensen. En zoals deze jonge levens op voorhand vanuit liefde mogen beginnen, zo hoop ik dat we als kerk en samenleving alles eraan zullen doen om de plekken van betekenis die we als creatieve daad mochten ontvangen, zullen bewaren en doorgeven.

Ik hoop dat we als kerk en samenleving alles eraan zullen doen om de plekken van betekenis die we als creatieve daad mochten ontvangen, zullen bewaren en doorgeven.

Bijeenkomst ‘Heilige Ruimte: plekken van betekenis’

Op donderdag 30 mei organiseert VKB Kerkrentmeesters in samenwerking met Hogeschool CHE Ede en de Oude & Nieuwe Kerk Delft de bijeenkomst ‘Heilige Ruimte, plekken van betekenis’. Bijna 150 deelnemers hebben zich al gemeld, en ook jij kan er nog bij zijn. Bestel hier je ticket.

 


Deze blog is een bewerking van een opinieartikel dat Nyncke Graafland-van den Berg (directeur Oude & Nieuwe Kerk Delft), Jan Martijn Abrahamse (lector theologie Christelijke Hogeschool Ede) en Joost Schelling (directeur VKB Kerkrentmeesters) eerder schreven ter voorbereiding op de bijeenkomst Heilige Ruimte.