‘15 miljoen mensen op dat hele kleine stukje aarde’ zongen Fluitsma & van Tijn in de jaren negentig. Inmiddels zijn we bijna 30 jaar verder en is Nederland bijna 3 miljoen inwoners ‘rijker’ (zie: bevolkingsteller van het CBS). Wat in de die jaren nauwelijks veranderde, is de oppervlakte van ons land. Afgezien van de (Tweede) Maasvlakte kwamen er nauwelijks vierkante meters bij. Maar deze bijna 18 miljoen mensen hebben wel minstens dezelfde verwachtingen als toen van het samenleven in ons land: wonen, welvaart en recreëren.
Schaarse grond
Hoe gaan we om met de ‘schaarse’ grond in ons kikkerlandje? Bij veel actuele maatschappelijke vraagstukken zien we deze schaarste terugkomen. 54% van de grond in Nederland wordt benut voor de landbouw. En nergens is de opbrengst per hectare landbouwgrond zo hoog. Voor alle andere activiteiten en uitdagingen in Nederland is nog 46% beschikbaar. Is die verhouding nog wel vol te houden? Zeker ook als we de natuur de ruimte moeten geven of voor klimaatadaptief leven. Of zoveel mogelijk mensen een tuintje of een stadspark te bieden? En hoe geven we deze hectares grond ook in kwalitatief goede staat door aan de volgende generaties?
Grond doet er in Nederland dus toe. Maar ook hoe we deze grond waarderen. Is het ons bezit? Wordt het ons gegeven? Moet de grond bijdragen aan de realisatie van onze welvaart? Of stelt een gezonde en biodiverse grond ons juist in staat om hier te kunnen leven? Juist bij deze vragen draait het ook om een (theologische) visie op rentmeesterschap. Daarom zijn we als VKB Kerkrentmeesters blij met het onderzoek GROND van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), omdat daarin niet alleen theologisch naar grond wordt gekeken, maar ook naar de rentmeesterlijke omgang kerkelijke grond. [1]
Kerk als grondeigenaar
Behoorlijk wat gemeenten en diaconieën beschikken over gronden in eigendom, veelal verkregen uit nalatenschappen, of geschonken met het doel zodat kerken haar zorg voor de naaste concreet kon uitoefenen. Vandaag de dag is veel van deze grond uitgegeven en (langjarig) verpacht en levert dat de kerk een vaste inkomstenstroom uit grondbaten op. Tevens is de grond zelf, gedurende de vele decennia dat de grond in eigendom van de kerk is, behoorlijk in zowel boek- als marktwaarde toegenomen. In het laatste nummer van Kerkbeheer dat we o.a. over het thema grond hebben gemaakt, komt duidelijk aan het licht dat er veel verschillende opvatting over grondbezit in de kerk zijn [2], maar vooral nog erg weinig gesprek. Terwijl juist vroegtijdig praten en ook beleid maken, zoveel kansen biedt. Het verhaal uit De Bilt is daar een goed voorbeeld van.
Stap uit de meningencarrousel!
Met de praatplaat [3] in het hart van dit nummer Kerkbeheer hopen we aan dat lokale gesprek dienstbaar te kunnen zijn. Breng het eerst eens goed in kaart. Help het college en zeker ook de kerkenraad te begrijpen waarom grondbezit ook nodig is. Juist veel kerken zouden zonder hun grondposities grote zorgen hebben rond hun voortbestaan of voor het groot onderhoud van kerkgebouw of begraafplaats. Zolang we er niet goed analyseren hoe het zit, erover spreken en daarbij naar elkaars opvattingen luisteren, blijven we in een meningencaroussel ronddraaien. Ga daarom het gesprek als kerk aan en zoek ook het contact met de pachters. Ontdek ook wat hen motiveert, maar ook waar hun zorgen voor duurzaam grondgebruik liggen. En hoe kun je als kerk en diaconie hen daarin ondersteunen?
Hoe zorg je goed voor jouw stukje grond, als individu en als kerk? [4] Als we die vraag serieus gaan nemen, dan zijn we meteen ook bezig kerk te zijn voor 18 miljoen Nederlanders op dat hele kleine stukje aarde.
[1] Zie www.pthu.nl/grond en een interview met Thijs Tromp en Aad van der Meer over de kansen van kerkelijk grondbezit.
[2] Zie de gegevens in de infographic.
[3] Download hier de praatplaat.
[4] Zie voor een vervolg op deze vraag: https://www.karlbarth.nl/goed-met-grond/